Drama
Afgelopen week heb ik weer een dramaoefening gedaan met tieners. Ze moesten verschillende situaties uitspelen (die ze niet van elkaar wisten), onder anderen de volgende.
Je bent jarig, en je krijgt een doos heerlijke chocola van een vriendin. Het ziet er erg lekker uit, maar helaas, je kunt niet tegen chocola; je krijgt er vreselijke jeuk van. Maar je vriendin is wel heel erg trots op het kado wat ze voor je gekocht heeft, dat zie je.
|
Je vriendin is jarig. Je hebt een heerlijke doos chocola gekocht; daar zal ze vast blij mee zijn. Je geeft het met een stralende lach, blij, dat je zo’n lekker kado voor haar hebt gekocht (ook nog van je eigen zakgeld).
|
Dit was een lastige. Want wat zeg je in zo’n geval? Je zegt toch zeker niet dat het cadeautje niet goed is? Dan kwets je die ander, en dat wil je niet.
Dit probleem hebben niet alleen tieners, ook volwassenen hebben daar vaak de grootste moeite mee.