Een ontzettend belangrijk thema: Grenzen!
Dit blijft altijd een belangrijk onderwerp. Niemand kan zonder grenzen. Grenzen op allerlei gebied: om te bepalen wat van jou is en wat van een ander is. Dat geldt letterlijk, maar ook ‘figuurlijk’ (mentaal). Jouw lichaam is van jou, maar ook je gedachten zijn van jou. Je moet je lichaam beschermen, maar ook je gedachten. Laat jezelf niet ‘kidnappen’! Grenzen bepalen ten diepste wie jij bent.
Opvoeding
Hieruit volgt logischerwijs ook, dat ‘grenzen’ een ontzettend belangrijk thema is in de opvoeding. Kinderen moet grenzen worden geleerd, zowel bij zichzelf als bij de ander. Ze moeten leren hun eigen grenzen te bewaken, maar ze moeten ook leren de grenzen van een ander te respecteren. (Ik heb er al eerder diverse blogs over geschreven: ‘kan-jouw-kind-grenzen-stellen’, .‘onvoorwaardelijke-liefde’, ‘hoe-leer-je-je-kind-grenzen-aangeven’.) Als een kind zijn grenzen kan aangeven wordt het weerbaarder.
Niet vanzelf
Grenzen leren gaat echter niet vanzelf. Het ‘nee’ zeggen lukt vaak – als kind – nog wel. Vanaf dat ze ongeveer twee jaar zijn kunnen ze prima ‘nee’ zeggen. Het ‘nee’ van een ander moeten aanhoren is echter niet zo makkelijk. Hoe vaak moet een ouder soms ‘nee’ zeggen, voordat het kind er ook naar ‘luistert’ (= gehoorzaamt). En dan komt het aan op volharding van de ouder: blijf je als ouder bij je ‘nee’ (grens), of zwicht je voor het ‘nee’ van je kind? En wat leert je kind dan in de praktijk?
Het belang van grenzen van ouders
Je kunt je voorstellen, dat, als een ouder zelf over zijn/haar grenzen heen laat gaan, het kind leert dat het de grenzen van anderen niet belangrijk zijn; je kunt ze gerust overschrijden. Het leert dan dus niet om grenzen van anderen te respecteren en te accepteren. Je kunt als ouder je kind vertellen dat het belangrijk is om je grenzen te bewaken, maar als je zelf niet je eigen grenzen bewaakt leert een kind in de praktijk het tegenovergestelde. Als je kind bijvoorbeeld op zijn step door de kamer scheurt, en jij wilt dit niet hebben, grijp dan ook in telkens als je kind het weer doet. Alleen zeggen dat het niet mag, en het verder wel laten gebeuren, heeft geen nut. Het is zelfs nog erger: het gaat tegen je werken. Woorden zijn dan niet meer belangrijk, maar wel, wat een kind ervaart: ‘Mijn ouders geven een grens, maar handelen er niet naar. Ik kan daar dus gerust overheen gaan.’ Wees dus bewust van hoe je je eigen grenzen bewaakt als ouder, en laat je kind daar niet overheen gaan. Je bent een praktijkvoorbeeld.
Je kind de grenzen van ‘het leven’ laten ervaren
Naast dat je je eigen grenzen moet blijven stellen is het ook belangrijk dat je je kind de grenzen van ‘het leven’ laat ervaren. Neem als voorbeeld de situatie dat je kind een werkstuk of iets dergelijks voor school moet maken. Je kind heeft een paar weken de tijd om de opdracht in te leveren. Het is niet ondenkbaar 😉 dat je kind dat tot het laatste moment uitstelt, en dat het dan in de problemen komt. Je kind kan bijvoorbeeld niet zo snel genoeg informatie vinden, of het loopt tegen andere problemen aan. Het uit zijn problemen bij jou en vraagt om je hulp: of je even informatie kunt zoeken, of nog even iets uit de winkel kunt halen, of even een presentatie in elkaar kunt zetten, enz. enz. Wat doe je dan?
Het is belangrijk, dat je je kind zelf zijn problemen laat oplossen. Hij wist wanneer het klaar moest zijn, en is ‘gewoon’ te laat begonnen. Daardoor komt hij in de knoei. Als jij dit als ouder gaat oplossen, leert hij hier niets van. Laat hem zelf de problemen oplossen, om te kunnen ervaren hoe ‘het leven’ werkt. Als hij dat nu niet leert, zal hij er later opnieuw tegenaan lopen, en dan zullen de gevolgen waarschijnlijk groter zijn. Geef hem dus de ‘kans’ om problemen te ervaren, daar leert hij (zij) van.
Niet ‘nooit helpen’
Dat betekent natuurlijk niet, dat je nooit zou mogen helpen. Maar vaak herken je wel het patroon van je kind. Als je kind het meestal heel goed organiseert, en het zit een keer tegen, terwijl hij zó zijn best heeft gedaan, dan moet je natuurlijk – net zoals je bij ieder ander zou doen – gewoon helpen. Het gaat om patronen die je niet in stand moet houden. Een kind ‘moet’ tegen problemen aanlopen om er van te kunnen leren. Ontneem hem die kans niet!
Ga niet preken!
En stap dan niet in de valkuil om te gaan ‘preken’! “Ik zei nog zo dat je op tijd moest beginnen.” “Tja, dat komt er van.” “Eigen schuld.” “Ik heb je gewaarschuwd.” enz. enz. Heel verleidelijk, dat snap ik, maar zó niet helpend, en zelfs tegenwerkend. Als je zoiets zegt richt de boosheid van het kind zich op jou, en leidt het af van waar het werkelijk om gaat: zijn eigen nare ervaring.
Wat je wel kunt (‘moet’) doen is juist: medeleven, begrip tonen voor de nare ervaring (want dat is het natuurlijk wel voor je kind). Dat is het leven. Een kind moet leren dat zijn daden effect hebben: negatieve daden hebben een negatief effect, positieve daden hebben een positief effect. Het is de ‘wet van zaaien en oogsten’. Het kind moet ‘pijn’ ervaren als hij niet doet wat hij zou moeten doen. Zonder pijn komt er geen verandering. En dat is vaak het lastige voor ouders: je kind zien lijden! Denk er echter aan, dat het iets oplevert. Pas dán kan je kind een ‘sterk’ karakter ontwikkelen om in de toekomst goed met de problemen om te gaan die het nog tegen zal komen in het leven. En daar gaat opvoeding uiteindelijk toch om? Je wil je kind leren om bestand te zijn tegen de problemen van het leven. Dat leert hij niet vanzelf; dat vraagt oefening. Geef je kind die kans om te oefenen!
Heb je hier vragen (of opmerkingen) over? Laat dat dan weten in een reactie hieronder, of stuur me een mailtje. Heel veel wijsheid bij het opvoeden van je kind(eren).
Geef een reactie