We hebben allemaal onze eigen opvoedstijl
De een is wat toegeeflijker dan de ander, de ander is misschien wat strakker en duidelijker. Alles heeft natuurlijk z’n voors en z’n tegens. En elke opvoeder heeft zijn eigen valkuilen. Niets is per definitie altijd goed of fout. Je kunt dus ook niet zeggen hoe je precies moet opvoeden; het blijft altijd een afstemmen op elkaar en op de situatie.
Mogelijke stijlen
Er zijn wel globaal genomen 4 stijlen te benoemen. Niemand valt natuurlijk maar in één bepaalde stijl; je zult altijd een combinatie van stijlen toepassen. En dat is ook heel goed, want elke situatie vraagt om een eigen aanpak. Zoals ik al zei: Niets is per definitie goed of fout. Het hangt van de situatie af, zoals ik ook al in een eerder blog schreef over straffen (onder punt 2).
De vier stijlen:
AUTORITAIRE STIJL
In deze stijl is geen ruimte voor overleg. Er is geen inbreng van het kind; het kind heeft gewoon te luisteren naar de ouder. Eigenlijk dus ‘vaders (moeders?) wil is wet‘. In deze stijl wordt veel gestraft. Als je deze stijl consequent doorvoert, krijg je vaak kinderen die teruggetrokken zijn, en weinig sociaal. Ze zijn niet erg vriendelijk, en voelen zich vaak ongemakkelijk bij leeftijdsgenootjes.
PERMISSIEVE STIJL
In deze stijl wordt er veel toegestaan. Er zijn eigenlijk geen regels; alles mag. Er worden weinig eisen en grenzen gesteld aan het kind. Deze ouders geven vage en wisselende feedback. Kinderen weten eigenlijk niet waar ze aan toe zijn. Ook kinderen van permissieve ouders zijn – evenals kinderen van autoritaire ouders – weinig sociaal, en vaak onvriendelijk. Ook hebben ze weinig zelfbeheersing.
AUTORITATIEVE STIJL
In de autoritatieve stijl worden er eisen en grenzen gesteld aan het kind, maar aan de andere kant is er ook veel bevestiging en ondersteuning. Deze ouders zijn consequent en duidelijk. Ze proberen hun kinderen duidelijk te maken waarom ze betreffende eisen en grenzen stellen. Ze zijn ‘streng doch rechtvaardig‘. Ook stimuleren ze de onafhankelijkheid van het kind. Ze ondersteunen hun kind en hebben warme belangstelling. Kinderen van autoritatieve ouders doen het het best. Over het algemeen zijn ze onafhankelijk en vriendelijk. Ze kunnen hun gedrag en emoties goed ‘managen’.
ONVERSCHILLIGE STIJL
Het woord zegt het al: deze ouders staan onverschillig tegenover hun kinderen. Ze tonen geen belangstelling, en zijn emotioneel afstandelijk. Ze voeden het kind en geven het onderdak, maar daar lijkt het dan ook mee op te houden. In extreme vorm mondt dit natuurlijk uit in verwaarlozing. Het behoeft geen uitleg, dat kinderen van deze ouders het slechts af zijn. Doordat ze geen betrokkenheid van hun ouders krijgen, wordt hun emotionele ontwikkeling totaal ontwricht. Ze voelen zich niet geliefd en zijn emotioneel afstandelijk.
Combinatie van stijlen
Zoals ik al zei: Niemand hanteert één stijl. Als je kind dreigt de straat over te rennen terwijl er met hoge snelheid een auto aan komt, zul je niet gaan uitleggen dat hij dat beter niet kan doen, maar zul je je kind direct bij de arm grijpen, en misschien wel op heel boze toon kortaf iets zeggen (autoritaire stijl). In zo’n geval natuurlijk helemaal logisch en nodig.
Welke stijl heeft de overhand?
Je kunt dus verschillende stijlen gebruiken in verschillende situaties. Maar je kunt ook in een stijl vervallen die eigenlijk niet je keuze is, door vermoeidheid bijvoorbeeld. Je zou dan in de permissieve stijl kunnen vervallen. Je bent dan misschien te moe om regels te handhaven en grenzen te stellen. Maar je kind heeft het wel nodig. Als je deze stijl altijd toepast, wordt je kind daar dus niet beter van. Goed om je daar bewust van te zijn.
En als je dan een keer onverschillig bent, en geen belangstelling toont voor je kind, dan ben je niet direct een onverschillige ouder, maar het is wel een alarmering. Als je merkt bij jezelf, dat het te vaak gebeurt, is het toch belangrijk om te kijken of je dat moet veranderen, en of je maatregelen moet nemen.
Bijsturen
Het is dus heel nuttig om bij jezelf na te gaan welke stijl je het meest gebruikt, en of dat altijd ‘terecht‘ is. Je kunt dan op tijd bijsturen als dat nodig is.
Even een ’testje’ voor jezelf
(overgenomen uit ‘Ontwikkelingspsychologie; Robert S. Feldman)
Als ze denkt dat niemand kijkt, sluipt Maria de slaapkamer van haar broer Bram binnen, waar hij zijn snoepjes van Sint-Maarten bewaart. Net als ze zijn laatste Mars wil pakken, komt haar moeder de kamer binnen. Ze begrijpt direct wat er gaan de is.
Hoe zou jij reageren als je de moeder van Maria was?
- Maria vertellen dat ze naar haar kamer moet en daar de rest van de dag moet blijven. Ook pak je haar favoriete pop af, waarmee ze ’s middags en ‘s nachts altijd slaapt.
- Maria op milde toon vertellen dat dit geen goed idee is en dat ze het niet nog een keer mag doen.
- Uitleggen waarom haar broer boos zou zijn geworden en haar vertellen dat ze voor straf een uur naar haar kamer moet.
- De gebeurtenis negeren en het de kinderen zelf laten uitzoeken.
Elk van deze reacties staat voor een van de opvoedingsstijlen die bedacht zijn door Diana Baumrind en geactualiseerd zijn door Eleanor Maccoby en haar collega’s (Baumrind, 1980, 2005; Maccoby & Martin, 1983).
- Reactie 1 staat voor Autoritair ouderschap;
- Reactie 2 staat voor Permissief ouderschap;
- Reactie 3 staat voor Autoritatief ouderschap;
- Reactie 4 staat voor Onverschillig ouderschap
Heb jij voor jezelf al duidelijk welke stijl jij voornamelijk toepast? Vind jij het zinvol om hierover na te denken?
Ik lees graag je reactie.
Geef een reactie